Ik sponsor al één van de kinderen. Zij zijn thuis. Daar hebben jullie nu toch geen kosten aan? Waarom dan toch een noodfonds?
Dat is een hele terechte vraag!
In totaal hebben wij 850 kinderen op onze scholen. Iets meer dan 300 kinderen daarvan worden gesponsord door ‘onze’ sponsorouders, dit zijn wees- en/of kansarme kinderen. De andere 550 kinderen hebben ouders. Zij betalen schoolgeld en vallen niet onder de verantwoording van Kinderhulp Afrika. Echter... de scholen hebben beide inkomsten nodig om te bestaan. Doordat er nu geen school is, ontvangen ze van deze ouders geen schoolgeld.
De vaste kosten blijven. Tevens hebben we ook de verantwoording voor de salarissen van ons totale personeelsbestand, want ook zij hebben gezinnen die moeten eten en ook zij moeten hun huur betalen. Helaas is er geen hulp van de overheid, zoals bij ons in Nederland.
Een klein opsomming van onze maandelijkse kosten:
- Onderhoud en bewaking
- Vaste lasten zoals verzekeringen/ belastingen/ internet/ elektriciteit etc.
- Doorbetalen van 80% van de salarissen en pensioenen van ons personeel (bijna 100 man/vrouw)
- Bijdrage exploitatie kliniek
Om al deze kosten te kunnen betalen is de bijdrage van ons sponsorbestand onvoldoende en is er na minimalisering van alle kosten nog een tekort van € 4000,- per maand.
Voedsel
Daar waar het nodig was ondersteunden we al de gezinnen, waar 'onze' sponsorkinderen verblijven, met een financiële bijdrage voor voedsel. Echter de donatie van een sponsorouder is gebaseerd op één kind. De financiële bijdrage die we nu aan hen geven is voor een heel gezin.
De eerste maanden konden we het prima af. De meeste gezinnen redden het nog en hadden niet direct ondersteuning nodig, waardoor we hen die het wel nodig hadden konden ondersteunen.
De tijd duurde voort in de lockdown en het aantal gezinnen dat hulp nodig had liep op naar 100 van de 300 gezinnen. Door middel van het noodfonds konden we al deze gezinnen ondersteunen met voedselhulp.
Inmiddels lijkt het iets beter te gaan in Oeganda. De lockdown is niet zo streng meer en er mag weer gewerkt worden. De meeste gezinnen hebben geen extra voedselhulp meer nodig, maar diegenen die dat wel nodig hebben blijven we ondersteunen.